maandag 13 mei 2013

Stel je voor..

Stel je een land voor, een wereld waarin iedereen leeft met de seizoenen. Er wordt gezaaid in het ene seizoen, op het goede moment en op het juiste moment wordt er geoogst. Er is samenwerking tussen mens en natuuur. Er is eenvoud; een simpel leven, samen in een gemeenschap maar ook samen met de natuur. Zoveel mogelijk wordt er buiten geleefd. Iedereen weet waar de etenswaren vandaan komen, dit is namelijk gewoon bij de boer bij jou om de hoek. Of zelfs uit eigen tuin!*

Ooit was dit overal zo. Over de hele wereld. Ergens is dit veranderd. Ontdekkingen onstonden. Nieuwe technieken werkten goed. Er was groei. Vooruitgang. Alles werd beter en vooral groter en sneller.

En er zijn niet alleen nieuwe apparaten, op den duur veranderde er ook iets in de mentaliteit van de mensen. Eén groter apparaat of machine is niet genoeg. Het moet nóg beter, nog sneller. Uiteindelijk stond alleen maar groei voorop. Elke keer moest het nog beter, alleen maar omdat dat kan. Dit gaat natuurlijk steeds door, nooit zal een ontwikkeling goed genoeg zijn.

Ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op. De groei is steeds sneller.

Maar, daar verliezen we iets. Er gaat oude wijsheid verloren. Wijsheid die iedereen eerst bezat, is ineens verdwenen. Want wie wil er nu nog breien als er fabrieken zijn die truien breien die nog geen 10 euro kosten. Wie wil er nog spinnen als een fabriek een veel mooier garen kan maken?

Ook veel wijsheid rondom voeding en landbouw gaat verloren. En ik denk dat dat een gemis is.

Want ergens in die overgang, in die verandering van mentaliteit in onszelf, zijn we het vertrouwen in de wereld verloren. Vertrouwen in de goedheid en vanzelfsprekendheid van de natuur. Vertrouwen in de samenwerking tussen mens en natuur. Nu is er geen samenwerking, maar beheersing. Er is beheersing nodig van de mens want anders komt het niet goed. Er zijn bestrijdingsmiddelen nodig en de menselijke hand. Dit met het idee: ‘het kan altijd beter’ of ‘zonder de mens, zonder onze hulp lukt het niet, gebeurt er niets’.

Het is niet mijn bedoeling om al te nostalgisch terug te kijken naar het verleden. Maar ik merk wel dat ik iets mis. Ik besef dat er veel wijsheid is die ik niet langer bezit, maar die mijn voorouders wel hadden.

Het lijkt soms wel alsof ik de helft van de tijd dingen aan het afleren ben. Dingen die nu zo vanzelfsprekend zijn, zijn bijvoorbeeld het eten van koek en snoep vol suiker of het drinken van frisdrank. Dat was er vroeger toch echt niet. En dus heb ik mezelf moeten afleren om dat gewoon te vinden. Ik heb dus een stap terug moeten zetten en zie de komst van frisdrank niet als een verbetering voor de wereld en voor mij. Voor mij is het namelijk helemaal niet goed.

Ik wil wel kunnen spinnen, breien of haken. Dus ik doe moeite om iets van de oude wijsheid weer terug te halen. Gelukkig is die nooit helemaal verdwenen en met de komst van één van de nieuwe technieken (internet) zo terug te halen.

Ik zou dus ook (bijna) niet kunnen leven zonder die technieken, ik ben er ook heel blij mee. Alleen ben ik ook kritisch en zou ik sommige dingen graag anders zien. Hopelijk wordt het steeds meer een samenwerking tussen oud en nieuw: tussen oude wijsheid en nieuwe technieken. Dat zal voor de wereld heel mooi zijn toch?

* Misschien stel ik me de wereld van vroeger nu te vredelievend en mooi voor. Ik heb geen idee of het echt zo was vroeger natuurlijk. Ik stel het me wel graag zo voor. Omdat ik graag zou zien dat de wereld er zo uitzag.

Wat zie jij als oude wijsheid, oude traditie? Wat zou jij daar graag van meenemen en behouden? Bestaat jouw ideaalwereld ook uit oude tradities in plaats van nieuwe technieken?

Liefs

Geen opmerkingen:

Een reactie posten